Geschiedenis

Maria Montessori

Op 31 mei 1934 bezocht Maria Montessori onze school. Over het onderwijs van Maria Montessori hebben we op onze website al e.e.a. geschreven. Haar methoden en inzichten ('Help mij het zelf te doen') golden een eeuw geleden als revolutie in het onderwijs en in het denken over het kind. Maria's uitgangspunt is dat kinderen/groepen van nature actief en leergierig zijn en dat ieder kind in zijn ontwikkeling tijdsfasen doorloopt, waarin het op een zeer intensieve manier gevoelig is voor een bepaalde activiteit of interesse. In dit videofragment uit 1947 horen we haar zelf spreken. De BBC heeft in 2011 een interessante documentaire (48 min.) gemaakt over het leven van Maria. Wist u bijvoorbeeld dat de bedenker van Wikipedia – Jimmy Wales – en ook de oprichters van Google – Larry Page en Sergey Brin – in hun jeugd montessori-onderwijs hebben genoten? Bekende Nederlanders die montessori-onderwijs volgden: Prins Willem Alexander (Kleuterschool Baarn), Felix Rottenberg, Candy Dulfer, Herman Koch, Trijntje Oosterhuis (Lyceum Amsterdam), ...

Van Montessori Kinderhuis Vereeniging tot BMS

In 1915 werd de 'Montessori Kinderhuis Vereeniging' opgericht. Deze naam is de letterlijke vertaling van Casa dei Bambini, de naam van het kinderhuis waar Maria Montessori begon met haar werk. In 1931 heette de school: 'Bussumsche Montessori Schoolvereeniging', in 1968 werd dat 'Bussumse Montessorischool Vereniging'. In de volksmond werd de school echter 'Bussumse Montessorischool' genoemd (of afgekort: 'BMS'). 'Montessorischool' staat op de gevel. Omdat op 6 mei 1916 de statuten van oprichting koninklijk werden goedgekeurd, hebben we 2016 gerekend voor de viering van het 100-jarig lustrum.

De oprichting

Het eerste schooltje stond onder leiding van mevrouw Ina Elisa Prins-Willekes MacDonald, een advocate die zich na de geboorte van haar dochter en later een zoon uit de rechtspraktijk had teruggetrokken. Ze wilde graag werken en toch haar kinderen onder haar hoede houden en zo kwam ze terecht in het onderwijs. Ze startte haar montessorischooltje op een onbekend woonadres in Bussum en op 6 mei 1916 verhuisde ze (met haar man Adriaan Pieter alias 'Apie', die ook af en toe assisteerde) naar de Sandtmannlaan in Naarden. Mevrouw Prins was in 1917 betrokken bij de oprichting van de Nederlandsche Montessori Vereeniging (NMV). Het schooltje had toen één klas met 20 kinderen, en droeg de naam 'Vrijheid-Blijheid'. Het bestond niet lang want in 1918 verhuisde Mevrouw Prins naar Den Haag zodat de school (tijdelijk) moest worden opgeheven. Meubilair en materiaal werden bij één van de ouders – Mevrouw J.H. Groot-Mellema – op zolder opgeslagen. In 1922 werd onder leiding van Anna Adelaar–Fürth een nieuw schoolbestuur gevormd.

Anna Adelaar–Fürth

In 1921 kwam Anna Adelaar–Fürth met haar man en drie kinderen in Bussum wonen. De beide zoons werden ingeschreven bij de Comeniusschool, maar tegelijk ontstond bij haar het idee om de opgeheven montessorischool nieuw leven in te blazen. Ze plaatste daartoe oproepen in zowel De Bussumsche Courant als in Montessori Opvoeding, het blad van de Nederlandsche Montessori Vereeniging. Met de ouders die daarop reageerden zette ze de schouders eronder en in 1922 startte een nieuwe klas. Mevrouw Adelaar werd zowel presidente van de afdeling Naarden-Bussum van de NMV als van het schoolbestuur. Ze was enorm gedreven, verdiepte zich in diverse pedagogische stromingen en publiceerde regelmatig artikelen die in het hele land leidden tot grotere interesse voor het montessori-onderwijs. In 1925 startte men in Utrecht met een cursus om montessorileerkrachten op te leiden en Mevrouw Adelaar nam zitting in het cursusbestuur. In 1930 werd ze beëdigd als raadslid van de gemeente Naarden en startte ze met de voorbereidingen voor de bouw van een eigen schoolgebouw. In 1940 sprak ze voor het laatst tijdens de jaarvergadering van de school. Op 22 mei 1944 kwam Anna Adelaar–Fürth om in Auschwitz. Dit betekende voor de hele Montessoriwereld een groot verlies. Op 6 oktober 1948 werd het schoolfonds, dat in het begin was opgericht om bijzondere uitgaven mogelijk te maken, een zelfstandige stichting met eigen rechten. Het kreeg de naam: 'Mevrouw Adelaar-Fürth fonds'.

Jaren van Groei

In 1922 werd de montessorischool in het oude Concordia, Graaf Wichmanlaan 46 in Bussum geopend (ver voordat het gebouw afbrandde en er een nieuw Concordia met televisiestudio’s voor in de plaats kwam). Er kwam een gediplomeerde montessori-leidster: Pauline Frijlinck. In september 1924 telde de kleuterklas al 45 kinderen/groepen. Er kwam een groep voor de eerste klassers (de tegenwoordige derde groepers). Steeds meer ouders gaven hun kinderen op voor de montessorischool en Concordia werd te klein. Op 1 januari 1925 verhuisde de school naar de Wilhelminaschool aan het einde van de Brinklaan (ongeveer tegenover het huidige station Bussum-Zuid; het gebouw bestaat nu niet meer). De gemeente gaf drie lokalen in bruikleen en ook licht en verwarming kwamen voor rekening van de gemeente. 1 September 1927 werd de heer Henk Fontein hoofd van de lagere school. Hij gaf les in de bovenbouw. Er waren twee middenbouw-groepen onder leiding van juffrouw Annie Smit en juffrouw Freddy Hamel (die ook muziekles en gymnastiek gaf). Mevrouw Fontein gaf handwerken. De kleuterleidster was juffrouw Wegelin. Toen er in 1928 zoveel nieuwe kleuters werden aangemeld, moest er een nieuwe kleuterklas bij. Dit kon niet bij de Wilhelminaschool en dus werd uitgeweken naar de Meentweg 53. Op 29 oktober 1929 kregen de heer Fontein en mevrouw Adelaar-Fürth en de bestuursleden van de gemeente Bussum (na veel pogingen) toestemming om een eigen schoolgebouw te bouwen aan het eind van de Brediusweg, tussen de Busken Huetlaan en de Vosmaerlaan.

Een nieuw gebouw

11 augustus 1930: De vader van de leerlingen Ru en Meta Repko was architect. De vader van Jaap en Han Haspels was tuinarchitect. De moeder van Claartje van Windsen was binnenhuisarchitect. Samen maakten ze een plan over hoe de nieuwe school eruit moest gaan zien. De ontwerpers konden een echte montessorischool bouwen die anders was dan alle andere scholen die op dat moment bestonden: zonnige klassen met openslaande ramen en deuren; keukentjes in de klas; een tuin waarin kinderen konden tuinieren, toneelspelen en natuurlijk pauze houden. Op 25 april 1931 was de nieuwe school klaar en werd deze geopend door de burgemeester. Een aardige anekdote staat in 'Help me het zelf te doen', de jubileumpublicatie uit 1981: 'Toen dr. Visser minister van onderwijs was, stuurde hij een inspecteur van het lager onderwijs naar Italië, om daar het montessori-onderwijs te bestudeeren. Daar zeide men tot den inspecteur: ga naar Holland kijken. Als er nu iemand naar Nederland komt om het montessori-onderwijs te bestudeeren zal men zeggen: 'Ga naar Bussum'. De kleuterschool en de lagere school bestonden uit vijf klaslokalen die samen één geheel vormden. Beide scholen hadden wel elk een afzonderlijk hoofd. De gymlessen werden in de gymzaal van de Julianaschool gegeven. Al in 1932 werd de school te klein doordat er zoveel kleuters werden aangemeld. In 1933 werd de school met twee klassen uitgebreid. In deze klassen werd lesgegeven aan kinderen die klaar waren met de lagere school. De afdeling heette: ‘IVO-school’ (Individueel Voortgezet Onderwijs) en stond onder leiding van de heer Fontein. Zo was dus de situatie toen Maria Montessori in 1934 de Bussumse Montessorischool bezocht.

De Tweede Wereldoorlog

In 1936 werd de IVO-school te groot en verhuisde deze naar de bovenverdieping van de Koningin Emmaschool aan de Fortlaan in Bussum. De heer Fontein moest kiezen tussen de IVO-school aan de Fortlaan en de lagere school aan de Busken Huetlaan. Hij koos voor de IVO-school. In 1938 werd de heer Van Wijk Brievingh het hoofd van de lagere school. Op 12 en 13 juli 1940 werd afscheid genomen van het echtpaar Fontein. De Tweede Wereldoorlog was aangebroken en de heer Fontein werd directeur van een psychiatrisch ziekenhuis in Rekken. In 1941 werd hij tot erelid benoemd van de Bussumse Montessori Schoolvereniging. Het klasje aan de Meentweg werd opgeheven en de Duitse bezetters zetten de IVO-school uit het gebouw aan de Fortlaan. De meeste IVO-leerlingen kwamen weer naar de montessorischool, waar een kleuterklas voor hen werd ontruimd. De kleuters verhuisden naar een woonhuis op Beatrixplantsoen 25. De heer J.R. Janssen werd in 1940 hoofd van de IVO-school. Vanwege de voedselschaarste kweekten kinderen in de tuin achter de school groente voor thuis (tuinkers, spinazie, raapstelen, radijs, snijbiet, worteltjes, spercieboontjes, snijboontjes, sla, boerenkool, andijvie en koolraap). In september 1941 ontving het bestuur het bevel dat de joodse kinderen niet meer samen met de andere kinderen in één klas mochten zitten. 25 Kinderen moesten van school en werden tijdelijk opgevangen in het buurhuis aan de Vosmaerlaan. Waarschijnlijk zijn veel kinderen – net als mevrouw Adelaar – vermoord in de concentratiekampen.

De bevrijding

Door gebrek aan kolen moest de school begin 1942 enkele maanden dicht, maar in maart werd de school heropend met een viering: het eerste jubileum in de geschiedenis van de school. Er kwamen bijna 70 oud-leerlingen. In 1943 werd de heer Janssen gevangen genomen. Hij zou niet meer terugkeren op school. De heer Van Wijk van Brievingh werd toen tevens hoofd van de IVO-school. Op 3 mei 1944 gaven de Duitsers het bevel om de school te ontruimen. Ze wilden er zelf in. Maar de lessen stopten niet. Iedereen hielp. Overal in Naarden en in Bussum kregen de IVO-leerlingen en kleuters in huiskamers les. In 1944 werd de heer Van Wijk van Brievingh opgevolgd door de heer Job Daalder. Zijn onderduik-adres was huize Amalia aan de Meerweg, waar ook de lagere school-leerlingen les kregen. Op 5 mei 1945 werd Nederland bevrijd. Iedereen vierde feest en de school aan de Busken Huetlaan werd op 1 september weer in gebruik genomen. In 1946 kwamen twaalf joodse kinderen, van wie de ouders gedood waren in de oorlog, terug op school.

De opbouw

In 1946 werd de dependance aan het Beatrixplantsoen opgeheven. De heer Job Daalder werd hoofd van het lager onderwijs en juffrouw Rie Koster nam het voorbereidend onderwijs onder haar hoede. In deze naoorlogse periode moest er worden opgebouwd. De leerkrachten die dit met vereende kracht deden: M. (Rie) van Soelen, Gre van Amerom, Juf Weekhout, Theo de Haan, Gerard Ravesloot, Roel Tuin, Wil van de Ploeg, Lutz de Jong (handenarbeid en tekenen) en Bep Brave-Lous (handwerken). Nieuw is Juffrouw N. Ojeman (in 1949) en op de kleuterschool: Rie Koster, Ans van den Burg, Hetty van Gool (tot 1948) en Joke Schalks. Schoolreisjes – waar het accent lag op het leerzame – werden afgeschaft. Daarvoor in de plaats kwamen de kampen, waarbij het vooral ging om het sociale element en de ontspanning. Het 1946-kamp werd in het kamphuis ‘De Dageraad’ in Hulshorst gehouden. Om dit kamp mogelijk te maken werd aan de ouders verzocht om voedselbonnen in te leveren en daaraan werd gehoor gegeven: er was eten in overvloed. De meeste leerlingen werden in een gesloten vrachtauto vervoerd; de oudere kinderen gingen per fiets en dat was toch ruim 50 kilometer!

Uitstapjes en kamp

Dat de lessen niet slechts in het schoolgebouw werden gegeven, blijkt uit de rijke geschiedenis van uitstapjes, schoolreisjes en kampen. De ‘honger’ naar buiten te gaan en de overtuiging dat aanschouwelijk onderwijs de jonge geest bewust maakt van de wereld, maakte dat dit type activiteiten vanaf het begin geliefd waren. Het begon met een strook land die Mevrouw Prins in 1917 aangeboden kreeg van ‘een vriendelijken kweeker in Naarden’. De kinderen spendeerden er uren in de natuur, spelend of groenten verbouwend. Eind jaren twintig werd een bezoek gebracht aan De Bussumse Courant zodat de kinderen leerden hoe een krant gemaakt wordt. In 1930 was het allereerste driedaagse schoolkamp van de Bussumse Montessorischool. De bestemming van de antieke schoolbus [foto] was het Geuldal in Limburg. In de jaren die volgden (onder de heer Fontein) gingen de oudere kinderen op schoolreis, waarbij meerdere plaatsen werden bezocht: Texel, de Koog (1933), Klimmen in Zuid-Limburg (1934); Schiphol; het Koloniaal Museum in Amsterdam (1937); Het Marionettentheater van Bert Brugmans in de Van Breestraat in Amsterdam; een tocht door de Amsterdamse havens en een insectententoonstelling (1952, 1953). Alles werd grondig voorbereid; eindeloos werd in de klas (met name tijdens de Aardrijkskundeles) gesproken over de reis die zou worden ondernomen. Tijdens de reis werd gezongen en verteld en er werden voor de terugreis ‘geheimzinnige doozen en zakjes’ gekocht en in de bus of trein uitgedeeld. Andere bestemmingen waren*: Hulshorst (1946, 1949, 1952), Ermelo (1948); Oostvoorne (1949, 1955, 1957), Ommen (1950); Amerongen (1957). Sinds 1957 is De Hertekolk in Epe het ‘vaste’ Kamphuis van de Bussumse Montessorischool. *overzicht incompleet

De jaren '50

In 1951 kreeg de kleuterschool er een vierde groep bij. Er waren toen in totaal 120 leerlingen van 3 tot 6 jaar. Datzelfde jaar nam het hoofd van de lagere school, de heer Job Daalder – die sinds 1944 bij de school betrokken was – afscheid. Hij werd directeur van een Observatiehuis voor jongens in Den Haag. De heer Jelle Sixma nam het stokje over en onder zijn leiding kwam de school in rustig vaarwater. Het geschreven schoolrapport werd ingevoerd. Voorheen werd alle informatie mondeling verstrekt. Op 23 maart 1956 werd het 40-jarig bestaan gevierd met een feestweek waarbij oud-leerlingen, bestuursleden en leerkrachten terugkwamen. Er was een herdenking door de heer Fontein van Mevrouw Adelaar-Fürth en de ouders van de leerlingen hadden als jubileumgeschenk een geldbedrag verzameld (ƒ500,-) waarmee de tuin werd opgeknapt. In oktober datzelfde jaar nam de heer Sixma afscheid. Hij werd leraar aan de kweekschool van het Haags Genootschap. De heer Wim van Seventer, die onderwijzer was aan de 10e Montessorischool in Amsterdam, werd in 1957 hoofd van de Montessori-lagere school. In 1959 werd juffrouw van Veen (mevrouw Wil Vonhoff – Van Veen) aangenomen. Zij zou (als leerkracht – en sinds 1982 als vakleerkracht muziek) werkzaam blijven tot 2006.

De jaren '60

De heer Wim van Seventer was nog steeds hoofd van de school. In 1960 kregen de kinderen nieuwe tafels en stoelen. Er werden ook nieuwe kasten aangeschaft. Op 1 september 1964 werd juffrouw Carli Steenhuizen leidster in de onderbouw. Na enkele jaren ging ze naar de bovenbouw. In 1966 bestond de school een halve eeuw. Juffrouw Rie Koster organiseerde in april een feest voor de kleuterafdeling, in juni 1966 gevolgd door de afdeling L.O. (Lager Onderwijs). Het klasje van juffrouw Koster met 3-jarige kleuters moest op 1 augustus 1966 worden opgeheven vanwege een tekort aan financiële middelen. Rond die tijd werd ook de zesdaagse werkweek afgeschaft. De vrije zaterdag werd ingevoerd, voor de leerkrachten, maar natuurlijk ook voor de kinderen. Per 1 augustus 1986 viel het IVO (Individueel Voortgezet Onderwijs) onder de overgangsregeling van de Mammoetwet, een wet die ervoor zorgde dat leerlingen langer door konden leren om zich beter te kunnen voorbereiden op de beroepspraktijk. Mulo, mms en hbs werden afgeschaft en vervangen door mavo (later vmbo), havo en vwo. Het schriftelijk examen werd verplicht. Het bestuur besloot dat dit IVO-gedeelte van de montessorischool zelfstandig verder moest. De kinderen/groepen verhuisden naar een nieuw gebouw aan de Koekoeklaan, de Fontein-mavo (genoemd naar de oud directeur Henk Fontein) en een paar jaar later gingen de Fontein-mavo en de montessorischool uit elkaar en werd de Fontein-mavo gevoegd bij de Vereniging ‘Goois Lyceum’.

De jaren '70

In deze jaren was het een komen en gaan van leerkrachten, maar de heer Van Seventer bleek een rots in de branding. De periode dat hij leiding gaf aan de school kenmerkte zich door veel interne vernieuwingen en aanpassingen aan een veranderd tijdsbeeld, waarbij de Montessori–grondslag gehandhaafd bleef. De heer Van Seventer verstond de kunst om leiding te geven zonder autoritair te zijn. Hij gaf ieder de ruimte om zijn of haar specifieke talenten te ontwikkelen. Ook binnen het team van leerkrachten heerste een montessoriale sfeer van collegialiteit, enthousiasme en waardering voor elkaars werk: ‘Vrijheid in gebondenheid.’ In 1973 had mevrouw Van Soelen haar klas overgedragen aan Paulien Heijligers. In 1974 zei Mieke van Breda haar klas vaarwel. Mevrouw van Soelen, mevrouw Koster en mevrouw Van de Burg bereikten de pensioengerechtigde leeftijd. Zelfs de concierge, meneer Leijenhorst nam afscheid. Joke Brandenburg kwam om les te geven aan de jongsten. In 1975 werd een vijfde lokaal bijgebouwd voor de kleuters. 1 juli 1976 nam De heer Van Seventer na bijna 20 jaar afscheid, opgevolgd door mevrouw Steenhuizen in 1977. Els Bollen werd hoofd van de kleuterafdeling. In 1978 kreeg mevrouw Heijligers de hoogste groep en sindsdien sloten alle leerlingen hun montessori-schooltijd af met een jaar in de klas van juf Heijligers. In de jaren ’74 en ’77 was door de gemeenteraad van Bussum besloten om medewerking te verlenen voor het moderniseren van de toiletten en de keuken. Ook moest er een zesde lokaal komen. Er werd besloten dat de plannen onderdeel moesten worden van een totale renovatie van het schoolgebouw. Door bureaucratie en wisselende inschattingen van Architectenbureau Bos, zou het pas in 1980 lukken om het project aan te besteden (bouwbedrijf Coen Hagendoorn BV te Huizen). De verbouwing kostte ongeveer ƒ1.140.000.

De jaren '80

De jaren 1980 en 1981 waren belangrijk: de school werd verbouwd. De leerlingen van vijf klassen werden voor een jaar ondergebracht in de Vondelschool. Tijdens de verbouwing liepen alle leerkrachten en bestuursleden bij toerbeurt ’s nachts wacht op school, om te voorkomen dat er werd gestolen. De verbouwde school werd in augustus 1981 feestelijk heropend. In 1982 daalde het aantal leerlingen echter verontrustend en op andere scholen in het Gooi was dat niet anders. Er werden in die tijd veel minder kinderen geboren. Voorzitter Simon de Jong verzette veel werk om een nieuwe peutergroep van start te laten gaan, zodat het leerlingental weer kon groeien. In 1987 werd het handenarbeidlokaal in de tuin verbouwd en konden de kinderen er wekelijks twee dagen terecht voor handvaardigheidsles en textiele werkvormen. De andere dagen deed het dienst als peuterlokaal. In 1989 vierde mevrouw Steenhuizen haar 25-jarig jubileum en vanaf dat jaar kwam ook oud-directeur, de heer Van Seventer, jaarlijks terug als speciale gast op 5 december. Voorbereidingen werden getroffen voor de viering van het 75-jarig bestaan van de Schoolvereniging. De dag voor de kerstvakantie werd in de school een grote kerstmarkt gehouden waar kinderen uit alle groepen hun zelfgemaakte spullen verkochten; van gekleide kandelaars tot kransen en pitrieten mandjes. De opbrengst kwam in de jubileumpot.

De jaren ’90

In 1993 nam mevrouw Steenhuizen afscheid. Ze verhuisde naar Groningen, waar ze directeur werd op een Montessorischool. Mevrouw Bollen – adjunct directeur onder mevrouw Steenhuizen – werd in 1994 een paar maanden waarnemend directeur, waarna ze werd opgevolgd door Henk Smits die uit Maarssen kwam. De papieren nieuwsbrief werd ingevoerd en er werd op toegezien dat alle ouders de eigen bijdrage betaalden. Traditioneel gezien had de Bussumse Montessorischool één achtste groep waarin alleen de laatstejaars zaten. In 1998/1999 werd dit – conform de Montessorileer – een gemengde groep met zesde, zevende en achtste groepers, wat veel reuring gaf, niet in de laatste plaats bij de ouders. Rond de eeuwwisseling werd geëxperimenteerd met een flexibele ochtendpauze, maar dit kwam de concentratie en de effectieve leertijd toch niet ten goede.

De jaren ’00

Een flink aantal nieuwe leerkrachten kwam werken op de school. In 2002 bereikte mevrouw Vonhoff de pensioengerechtigde leeftijd, maar ze wilde van stoppen niet weten. In 2004 werd de school geheel gerenoveerd. Daarop werd de school voor één jaar ondergebracht in de Beatrixschool aan de Ceintuurbaan. Het laatste onderbouwlokaal werd een speelzaal en toneelzaal in één. De benedenverdieping werd geschikt gemaakt voor mensen met een lichamelijke beperking en de bovenverdieping werd uitgebreid met twee klaslokalen en toiletten. In 2005 werd de vernieuwde school feestelijk geopend. In 2006 nam muziekjuf Vonhoff dan toch – toegezongen door honderden kinderen – afscheid. In datzelfde jaar, tijdens de viering van het ’90 jarig bestaan, vierde de Bussumse Montessorischool een groot feest in sportzaal De Lunet. Alle groepen traden op in een feestelijk circus.

CITO of NIO?

Het idee van een nationale toets om het niveau van leerlingen te toetsen ontstond in 1958. Aanvankelijk kreeg het Centraal Instituut voor ToetsOntwikkeling veel kritiek vanuit de samenleving. Zo zou het ongepast zijn om een kind te meten en de toets zou niet in de Nederlandse onderwijscultuur passen. De eerste Cito-toets stamt uit 1968 en was niet wettelijk verplicht. Toch maakte 85 procent van de Nederlandse basisscholen hier gebruik van. Montessorischool-directeur Henk Smits was rond de eeuwwisseling geen voorstander van de Cito-toets. In deze toets werd op dat moment de basis gezien voor het schooladvies, terwijl het vooral de feitelijke schoolprestaties toetste (momentopname) en in mindere mate de mogelijke schoolprestaties (over een langere periode). Er werd een alternatief gevonden in de NIO-toets (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau). Deze werd sinds 2008 afgenomen door de schoolbegeleidingsdienst. In 2014 werd een centrale eindtoets van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) verplicht gesteld door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Deze toets mocht niet worden gebruikt voor het schooladvies van de leerling (eerder als bevestiging van een reeds afgegeven advies), maar wel om het niveau van de school te toetsen aan het landelijk gemiddelde. Naast de diverse Medio-toetsen – die voortkwamen uit het (eveneens verplichte) leerlingvolgsysteem – werden door de schoolleiding ook factoren als leerprestaties, aanleg, werkhouding en ontwikkeling tijdens de basisschoolperiode meegewogen. Vanaf 2014 werden de toetsen volledig geïntegreerd in het basisonderwijs en ook in het Montessorionderwijs.

In aanloop naar het 20ste lustrum

In 2009 werd de peutergroep van twee groepen, teruggebracht naar één. Het blauwe gebouw in de tuin van de school voldeed niet meer aan de eisen. In 2012 waren er geen peutergroepen meer. In dat jaar nam de heer Henk Smits afscheid. Hij werd opgevolgd door de heer Mark Hinssen die wegens ziekte in 2013 zijn taak overdroeg aan interim directeur Hilbert de Vries. In 2014 werd mevrouw Ellen Koops directeur. De Bussumse Montessorischool vernieuwde zich op allerlei terreinen: er werd een nieuwe website gemaakt en de papieren nieuwsbrief werd vervangen door een digitale, de ‘BMS Update’. Sinds een paar jaar werden in plaats van eindmusicals, eindfilms geproduceerd door de achtste groepers (met een beetje hulp van studenten van de filmacademie). In 2015 werd het startschot gegeven voor een feestelijk lustrum, want in 2016 bestond de Bussumse Montessorischool 100 jaar!

100 Jaar BMS

Op 15 juni 2015 verzamelden leerkrachten en kinderen zich op het schoolplein. Feestelijke zelfbeschilderde borden sierden het nieuwe hek rond de school. Het schoollied werd gezongen, de lustrumvlag gehesen en er werd een boom geplant. Gedurende het schooljaar waren er allerlei activiteiten, zoals een flesseninzamelingsactie om geld te verzamelen voor de lustrumviering. Op 15 juni 2016 was er 's morgens een feestelijk ontbijt met alle kinderen. Daarna een vossenjacht in het centrum van Bussum waar de kinderen op zoek gingen naar de verklede leerkrachten. Donderdag 16 juni stond in het teken van Oud-Hollandse spelletjes en workshops. Vrijdag 17 juni kwam de toneelgroep 'De Grote Broer' een voorstelling spelen, waarin de kinderen het publiek meenamen in een reis om de wereld in een wonderlijke reismachine. Op zaterdag 18 juni was de reünie voor oud-leerkrachten en oud-leerlingen. In de klaslokalen konden reünisten herinneringen ophalen met behulp van fotopresentaties per decennium gerangschikt. Na deze fijne vierdaagse werd gezamenlijk het glas geheven en geproost op een rijke geschiedenis en een voorspoedige toekomst.

De gemeente en de school worden groter

In 2016 is de gemeente Bussum gefuseerd met Naarden, Muiden en Muiderberg en heet sindsdien Gooise Meren. In 2018 vertrok mevrouw Ellen Koops. Ze werd opgevolgd door interim-directeur Antoinette Schildkamp die een goede professionaliseringsslag maakte met het bestuur en het team. Het schoolbestuur regelde o.a. een nieuwe verbouwing (Van Berkum Architecten). De dakconstructie werd vervangen en er kwamen twee nieuwe lokalen bij en een extra kantoor op de eerste verdieping onder het dak. De school werd tussen de herfstvakantie 2019 en de krokusvakantie 2020 tijdelijk verplaatst naar een leegstaand pand aan de Amersfoortse Straatweg 14.

2020 - heden

In maart 2020 werd de wereld getroffen door het coronavirus en kregen de leerlingen thuisonderwijs (online). De BMS fuseerde in de zomer van 2020 met bovenschoolse organisatie Talent Primair. Peter van der Spek werd aangesteld als directeur en kort daarop opgevolgd door interim-directeur Marga Duijn die in 2021 het stokje overdroeg aan Chris Keijer. Onder zijn leiding maakt de school een moderniseringsslag waarbij de BMS trouw blijft aan haar geschiedenis. Een Montessorischool die staat voor eigentijds onderwijs in de 21e eeuw.